Je zat in de intercity die mijn stoptrein
Passeerde met volle vaart
De kennismaking kon niet korter zijn
Maar die duurde lang genoeg
Dat zij de stralende glimlach
In een keer van mijn lippen joeg
Sinds het moment da’k je zag
Waarom heb je dan ook dat blonde haar
Mooier dan van engelen, en dan
blauwe ogen, smekend als een bedelaar
Die ik never nooit weerstaan kan?
En waarom snelde je voorbij
En klom je niet snel uit het raam
Drukte je lippen op die van mij
Met je armen om mijn lichaam?
Was je bang voor een spoorwegramp
Maar, Rika, wat had mooier kunnen zijn
Dan onder hels geratel en gestamp
Met jou verplet te worden door één trein?
No comments:
Post a Comment